Ruysbroeckstraat, 35
Sinds de Duitse invasie stond de pers volledig onder controle van de bezetter. De clandestiene kranten, uitgegeven door het Verzet, kregen meer en meer belang ondanks het werkelijke gevaar dat de uitgevers, de drukkers en de verdelers liepen. Zo’n 600 titels werden aldus gepubliceerd in België tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze publicaties waren vooral bedoeld om het moreel van de mensen op te krikken, om de bezetters en de collaborateurs te dwarsbomen en om de aanwezigheid en de daden van het verzet kenbaar te maken.
Om de invloed die de collaborerende pers ondanks alles toch bleef uitoefenen nog meer te ondermijnen, had Marc Aubrion het idee, dat hij samen met René Noël deelde, om de Duitsers een loer te draaien. Le Soir was nog steeds de meest gelezen krant met 300.000 exemplaren en Aubrion en Noël planden om één van hun edities te vervangen door de verdeling van een identieke maar “valse” publicatie in de kiosken en dagbladhandels. De twee mannen, leden van het Onafhankelijkheidsfront – een van de grootste verzetsorganisaties – wilden zodoende de bezetter een neus zetten en de spot met hen drijven in de ogen van een groot deel van de bevolking. De verdeling van de valse kranten was gepland voor 11 november 1943, de 25ste verjaardag van het einde van de Eerste Wereldoorlog, om de overwinning van de geallieerden te herinneren.
Tussen 19 oktober 1943, de dag waarop het besluit genomen werd en 9 november 1943, de dag waarop de editie uiteindelijk verdeeld werd, verliepen slechts drie weken. Het was dus belangrijk om snel en discreet alle fasen van het project in orde te brengen. Er moest papier en een drukker gevonden worden en voertuigen voor de distributie van de krant. Pierre Ansiaux, Ferdinand Demany en Adrian Van den Branden de Reeth stelden de verschillende artikelen op. De parodie was perfect: de zware, vreemde bombastische schrijfstijl, doorspekt met leugens en propaganda, die gehanteerd werd door de handlangers van de bezetter, werd op een verfijnde manier gebracht. De fotogravure werd gemaakt door Peter Lauwers in zijn drukkerij in de Van Lintstraat 14 in Anderlecht, in een gebouw waar ook regelmatig de ontmoetingen met de belangrijkste spelers van het Onafhankelijkheidsfront plaatsvonden.
De valse Le Soir werd met een oplage van 50.000 exemplaren gedrukt op Ferdinand Wellens’ drukpersen, gelegen in de Ruysbroeckstraat 35 te Brussel. Dit gebouw werd later omgebouwd en herbergt nu de lagere school van het Lycée Dachsbeck. Een herdenkingsplaat, gemaakt door het Institut Diderot en aangebracht op de voorgevel op 27 maart 1999, gedenkt dit hoogtepunt uit de geschiedenis van de Weerstand dat eindigde met de arrestatie van een vijftiental aan deze actie deelnemende verzetsstrijders door de Gestapo, waaronder Ferdinand Wellens en Theo Mullier, die in de concentratiekampen omkwamen.
D.W.